Getuigenis gegeven in de kerkelijke gemeente

Graag wil ik vertellen hoe groot en machtig God is. Vertellen over de wonderen die Hij in mijn leven en in het leven van mijn dochtertje gedaan heeft.
Ik moet afschuwelijke en ongelofelijke dingen vertellen, maar daardoor blijkt nog duidelijker hoe groot het wonder is dat ik hier nog levend sta.
In de afgelopen jaren heb ik veel tekeningen en werkstukken gemaakt, enkele daarvan wil ik laten zien ter illustratie bij mijn verhaal. (Zie onderaan de bladzijde).

Ik ben geboren en opgegroeid in een wereld vol duisternis. Mijn ouders en een groot gedeelte van mijn familie leidden een vreselijk dubbel leven. We gingen altijd twee keer per zondag naar een strenge kerk, mijn vader was ouderling in die gemeente. Voor de buitenwereld waren we een keurig en netjes gezin en een gezellige familie, maar er was ook een geheim leven dat er heel anders uitzag. Geweld, misbruik, mishandeling, marteling. Kort gezegd komt het hierop neer dat ik leefde in een wereld van satanisch ritueel misbruik. Om al die ellende te kunnen overleven heb ik een Dissociatieve Identiteits Stoornis (DIS) ontwikkeld. Dat betekent dat ik mezelf opgesplitst heb in meerdere persoonlijkheden. Ik kon zelf al die trauma's niet dragen, maar anderen in mij hebben die afschuwelijke dingen opgevangen. De andere delen of persoonlijkheden hebben mij geholpen om te overleven.

Elf jaar geleden ben ik na een zelfmoordpoging voor het eerst opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Dat was het begin van een hele serie kortere en langere opnames. Op een gegeven moment ben ik in Ruchama terecht gekomen. Dat is een vrouwenopvangcentrum met een evangelische achtergrond. In Ruchama (wat ‘ontferming' betekent) voelde ik voor het eerst iets van Jezus' liefde.
De begeleidsters straalden zoveel bewogenheid en warmte uit. Als Jezus ook zo is wilde ik Hem wel leren kennen. Maar er zaten zo ontzettend veel leugens in mijn hoofd. ‘ik ben niks waard' ‘ik ben te slecht, te zondig' ‘ik ben een kind van de duivel. God wil mij niet.' Af en toe ging ik mee naar de ontmoetingsdiensten in deze gemeente. In de dienst voelde ik me thuis en welkom, maar de dingen die ik hoorde riepen veel vragen en ook angsten en verwarring op. Steeds heb ik gestreden om los te komen van die wereld vol duisternis. Maar de duivel laat zijn prooi niet zomaar los. Iedere keer kwam ik weer terug bij de mensen die me bedreigden en mishandelden, het lukte me niet om in het normale leven te blijven.

Juist het normale leven vond ik eng en bedreigend. Ik wist niet wat er van me verwacht werd en hoe ik om moest gaan met mensen die gewoon aardig voor me waren. Er was maar één plek waar ik thuis hoorde, dat was in de cult. Ik was een kind van de duisternis, een dochter van satan. Als baby ben ik in een duister ritueel aan satan gewijd. De duivel en de mensen van de groep vonden het natuurlijk prima dat ik hun slaaf en gevangene was, maar God zag mij in die gevangenis. Hij wilde mij een nieuw leven geven zoals staat in Jesaja 42:7 Jezus is gekomen om: ... gevangenen te bevrijden uit de kerker, wie in het duister zitten uit de gevangenis...

Na veel omzwervingen ben ik in okt. 2006 nog verder bij mijn familie vandaan gaan wonen. Ik hoopte op een nieuw begin zonder bedreiging en geweld. Helaas wisten de mensen van de groep me al snel te vinden. Ouderjaarsnacht 2006 ben ik opgehaald en in een ijskoude rivier gegooid, ik had moeten verdrinken, maar werd op een wonderlijke manier gered. Toch was ik helemaal niet blij dat ik het overleefd had. Wat had mijn leven nog voor zin? Ik voelde me als een opgejaagd dier dat nergens rust kon vinden. Het leven in de hel kon toch niet erger zijn dan mijn leven hier op aarde? Vaak speelde ik met de gedachte om er een eind aan te maken.

Op 18 april 2007 was ik weer opgenomen en had ik een gesprek met mijn therapeute. Toen heb ik een hele bijzondere ontmoeting met Jezus gehad. Ik voelde me letterlijk overstelpt door Zijn liefde zoals dat staat in psalm 117. Jezus houdt van mij, Hij kent mij, Hij kent mijn strijd, mijn angst, mijn rusteloosheid, mijn pijn. En Hij heeft mijn geluk voor ogen, niet mijn ongeluk. Hij wil mij een hoopvolle toekomst geven. (Jer. 29:11)

Die middag werd ik van dood levend. Ik had steeds een liedje van Elly en Rikkert in mijn hoofd: De dood is teniet gedaan, Jezus is opgestaan, Jezus de Leeuw van Juda overwon de dood! En: Nu ben ik niet bang meer voor dood of pijn, want ik verlang ernaar bij Hem in het Licht te zijn. Hij maakte alles nieuw!

Gods timing is perfect! Eerst mocht ik de zekerheid ontvangen dat Hij me lief heeft en dat Hij het goede voor me wil. Daarna raakte ik echter zwanger tijdens rituelen binnen de cult. Ik was al vaker zwanger geweest, die kindjes mochten niet bestaan. Ze werden opgesloten en misbruikt, gebruikt voor duistere rituelen en offers.

Na veel strijd heb ik mijn therapeuten vertelt van mijn zwangerschap. Samen zouden we gaan vechten voor het leven en de veiligheid van dit kindje. Toen ik eenmaal voor het leven van dit kindje had gekozen, voelde ik heel duidelijk Gods nabijheid en Zijn trouwe zorg. Iedere dag, ieder uur, iedere minuut voelde ik me door Hem gedragen.

Al snel wisten ze in de groep ook van mijn zwangerschap, als ik wilde dat mijn kindje dit zou overleven moest ik gauw op zoek naar een veilige plek.
Ik heb toen biddend een mailtje gestuurd naar de kerkelijk werkers van de gemeente hier. Zo ben ik in contact gekomen met een kerkelijk werker die samen met mij op zoek gegaan is naar een gastgezin binnen de gemeente. Op een oproep voor een gastgezin in het mededelingenblaadje kwamen wel 7 reacties, dat heeft me enorm bemoedigd en ook heel erg geraakt. Ondertussen was ik opgenomen op de PAAZ (psychiatrische afdeling ziekenhuis) omdat ik iedere keer weer werd lastig gevallen en meegenomen. Hoewel het niet echt een prettige plek is om te zijn was ik in ieder geval veilig.

Mijn zwangerschap verliep heel goed, voor zover ze konden zien was mijn kindje gezond en ik voelde me lichamelijk ook prima. Maar mijn hele leven stond op zijn kop. Kan ik wel van mijn kindje houden? Kan ik wel zelf voor mijn kindje zorgen? Kan ik delen die mijn kindje terug naar de groep moeten brengen onder controle houden? Hoe moet dat allemaal financieel?
Ook kwamen er allerlei herinneringen aan traumatische gebeurtenissen rondom zwangerschappen, geboortes en baby's naar boven. Maar in alles mocht ik heel duidelijk Gods troost en Zijn genezende kracht ervaren.

Via de kerkelijk werker en een gastgezin, heb ik lieve mensen uit de gemeente leren kennen, die me allemaal wilden helpen en biddend om ons heen stonden.

Dit kindje zou niet in de groep terecht komen. Dit kindje hoort bij Jezus, bij het Licht. Vaak moest ik denken aan de tekst uit psalm 118: Ik zal niet sterven, maar leven en de daden van de HEER verhalen.

Op de dag van de keizersnee voelde ik me heel rustig en heb de vele gebeden als een beschermende muur om mij en mijn kindje heen ervaren. God heeft grote dingen gedaan, alles ging boven verwachting goed. Hij is een Hoorder van het gebed.
Hij liet Zelf zo duidelijk zien dat mijn dochter een kindje van het Licht is. De hele week was het somber, donker en regenachtig weer, maar op de dag van haar geboorte scheen de zon.

Jezus heeft mij van dood levend gemaakt op 18 april 2007 en zo heeft Hij ook mijn dochtertje uit de klauwen van de dood gered.
Ons leven hier op aarde zal altijd een strijd blijven, want satan gaat rond als een briesende leeuw, zoekend wie hij kan verslinden. Maar wees niet bang, Jezus is Overwinnaar. Hij heeft satan verslagen door Zijn dood en opstanding.

Op een dag zullen we Hem zien en dan zal er geen strijd en pijn meer zijn, dan zal Hij Zelf onze tranen drogen. Wat een heerlijke toekomst ligt er voor ons. Dank God met mij voor Zijn grote liefde en genade, voor Zijn overwinning.

Een overlevende


Zie ook het beeldmateriaal bij dit getuigenis:
(Bij niet volledig beeld: rechter muisknop, in- en uitzoomen, volledig scherm)

 
Als je wilt, kun je het lied 'Er is een dag' beluisteren, dat na dit getuigenis gezongen werd